Stichting Stone in de persoon van Marcel Niekus speelt zijn rol in de discussie over de vraag of bladspitsen gemaakt zijn door Neanderthalers of door de moderne mens.
NRC 27 maart 2024: link
DvhN 1 juni 2024: link
Mocht u denken dat na ruim 20 jaar zoeken naar Neanderthaler artefacten op een akker deze akker dan wel eens leeg zou raken, dan moet ik u teleurstellen. Nog steeds komen er veel vondsten tevoorschijn.
Deze donderdag zijn we met een groep je van 7 man het veld in getrokken. De akker was recentelijk geploegd, maar er waren al stevige regenbuien overheen gegaan. De zichtbaarheid was goed. Het lage deel van de akker was onlangs ingeplant met pompoenplantjes. De hoge akker waren de maïsplantjes net boven de grond. Het was half bewolkt bij een aangename 20 graden. Ideale condities voor een vruchtbare zoekdag.
Kees trapte de vondst-reeks af met een kern, weliswaar een incerto. Snel volgde Dick met een grote afslag en een kern. De vondsten uit de ochtend bleven spaarzaam of werden bij nadere bestudering afgekeurd.
Pas in de middag kwam het echte vuurwerk, toen een aantal mensen al waren vertrokken. Op de maïs-akker werden door Johan en Henk een mooie kern en afslag gevonden. Op de pompoen-akker sloot Gijsbert de dag af met maar liefst vier zekere MP-stukken, waaronder een fraaie kling van fijn korrelige vuursteen. Hierbij doken er tot twee maal nieuwe stukken op bij het inmeten. Dit deed het vermoeden rijzen dat bij het ploegen de vondstlaag geraakt is.
Uiteindelijk was de score 9 zekere stukken: veel afslagen, een klingfragment en kernen.
‘Soms heb je wat met een steen’, aldus Gerrit, woorden niet uit overdaad geboren.
We waren woensdag 27 maart met een groep van zeven man de akker op gegaan. Nevendoel was een gesprek met de provinciale archeoloog en opgravingsbedrijf De Steekproef.
De akker was geëgd en enigszins afgeregend en vooral een stuk minder nat dan de vorige keer. De zichtbaarheid was heel behoorlijk; er was nog weinig groen opgeschoten. Ook een waterig zonnetje in de ochtend droeg bij aan goede zoekomstandigheden. Het waterige zonnetje ging rond het middaguur over in een waterverliezende wolken, maar niet veel meer dan wat gedrup.
Vanwege de afspraak namen we eerst de A-kant onder handen. We hadden al geruime tijd gelopen toen Gerrit een mooie steen opraapte waar hij wat mee had. Het duurde daarna nog geruime tijd tot Johan de openingsvondst deed: een grote afslag met meerdere negatieven met cortex. Deze lag ruim buiten en ten zuidoosten van het vuistbijlvak.
Op de rand van het vak raapte Henk een mooie afslag op.
Langs de slootrand zijn we naar concentratie B gelopen, een traject dat niet vaak is gelopen. Het heeft ook nooit iets opgeleverd, m=behalve wat Mesolithisch materiaal, zoals ook deze keer.
Concentratie B lag er een stuk beter bij dan de vorige keer. De grote modderpoelen waren grotendeels opgedroogd. Hier raapten Do, Gerrit Gijsbert en Johan een afslag op. Zodat de eindstand 6 stukken uit het Midden Paleolithicum was. Marcel moest het doen met een paar incerto’s.