Vrijdag 16 maart hebben we de beide concentraties van de vindplaats Peest afgezocht met een select gezelschap. Het weer: bitter koud met temperaturen maar even boven nul en een harde vlagerige wind. Op de akker was een weinig bermgras uitgespreid.
Na lang zoeken raapte Jan oostelijk van concentratie B een fraaie platte kern uit het Midden Paleolithicum op.
Daarna het vak van concentratie A uitgezet en af gezocht, zonder resultaat deze keer.
Op de weg terug van concentratie A naar de auto’s raapte, wederom Jan, een mogelijk groot en plat kernfragment op. Deze is wat minder gemakkelijk te determineren en deskundigen zullen er binnenkort hun licht over doen schijnen.
Onze eerste zoektocht van het seizoen op de tweede zondag van oktober is prachtig verlopen. Met 8 mensen gingen we op pad. We hadden aangenaam weer met een gebroken zonnetje: ideaal voor veldlopen.
Al direct op de eerste strook vond Jan een forse afslag. We kunnen zo langzamerhand misschien wel spreken over een nieuwe concentratie langs de rand van de akker; dat zou dan de derde zijn op de akker.
Na deze intro, gingen we op weg naar het echte werk, concentratie B. De hoek waar deze concentratie ligt was bijzonder drassig door de overvloedige regenval van de dagen ervoor. Niet iedereen hield het droog. Voorzichtig soppend door de blubber werden dan toch al vrij snel ook hier artefacten opgeraapt: vooral afslagen. Vlak voor de pauze raapte Pierre een mooi Levallois-achtige kern op.
Deze dag werd de grens van 100 stukken van concentratie B overschreden: de teller staat nu op 104 zekere artefacten uit het Midden Paleolithicum. De samenstelling bestaat uit afslagen, kernen, en twee mogelijke schaven. Echt een mooi resultaat, en zo afwijkend van wat er in concentratie A is gevonden; dat vak kenmerkt zich door het grote aantal vuistbijlen.
Aan het eind van de dag is de andere zijde van de akker nog afgezocht, rond concentratie A. Dit heeft niets opgeleverd.
Na de succesvolle zoektocht van begin maart, leek het zinvol om nogmaals de akker in Zeijen West te vereren met een bezoek. Andere lichtval en extra regen boden kans op nieuwe vondsten. De ervaring heeft ook geleerd dat er altijd wel wat blijft liggen voor een volgende ronde.
Het was een stralende dag met een wolkeloze hemel. Als snel klom de temperatuur naar een graad of 10, zodat het een aangename dag kon worden: nu nog de vondsten. Helaas was Marcel door ziekte uitgevallen; hierdoor werd de groep gereduceerd tot drie personen.
Al snel raapte Jan een mogelijke afslag op. En niet veel later een zekere afslag uit het gebied dat we inmiddels bestempeld hebben tot concentratie. Hiermee was de oogst van de dag binnen.
Na de lunch hebben Henk en Gijsbert hun geluk nog beproefd op Zeijen Zuid-West. Maar het geluk was op. Op een akker verderop was ooi een kern gevonden; met de hulp van GPS was het eenvoudig om de plek terug te vinden. Het feit dat er zeer weinig vuursteen ligt, doet vermoeden dat de kern ooit uit de nabije sloot is opgedregd.
Tot slot zijn we langs het Oostervoortsche diep wezen kijken. Hier was ooit een fragment van een mogelijk grote kling opgeraapt door Henk. We hoopten natuurlijk op een passend fragment: maar niets daarvan. Met lege handen keerden we terug.