De maïs is van het land. De akkers komen weer vrij te liggen. Het zoekseizoen wordt afgetrapt in Mander op vrijdag. Vanuit Assen met het automobiel van Henk op naar Mander. De gemiste afslag mag de pret niet drukken. Er is altijd nog een volgende afslag. Het weer is wat heiig, maar aangenaam zacht met weinig wind. ’s Middags zou er nog wat regen vallen. De akker is redelijk goed afgespoeld maar de grond is nog niet omgewerkt en wat platgeslagen. Er is winterrogge ingezaaid. Al met al redelijk goed om te zoeken. Aan beide kopse einden van de akker liggen bulten met humeuze grond die later door de akker verwerkt zal worden. We zijn met zes man sterk: Dick, Henk, Roel, Kees, Sipke, en ondergetekende.
De dag wordt gekenmerkt door afslagjes en een kling. De laatste wordt al snel opgeraapt door Roel. Mogelijk een enkele kern, maar dat is voer voor specialisten. De precieze aantallen zijn niet duidelijk. Vele exemplaren hebben niet alle gewenste eigenschappen even overtuigend. Een van de duidelijkste afslagjes lag aan de rand van een voetstap van een voorganger. Die had duidelijk een afslag gemist, ookal stamt ie uit een jongere periode. Maar er is altijd weer een volgende, ook in Mander.
Aan het einde van de zoektocht wordt nog een klingetje met veel glans opgeraapt, dat waarschijnlijk uit het Jong Paleolithicum of later stamt. a bestudering blijven er twee afslagen uit het Midden Paleolithicum over en het klingfragment. Toch de moeite waard.