Na de succesvolle zoektocht van begin maart, leek het zinvol om nogmaals de akker in Zeijen West te vereren met een bezoek. Andere lichtval en extra regen boden kans op nieuwe vondsten. De ervaring heeft ook geleerd dat er altijd wel wat blijft liggen voor een volgende ronde.
Het was een stralende dag met een wolkeloze hemel. Als snel klom de temperatuur naar een graad of 10, zodat het een aangename dag kon worden: nu nog de vondsten. Helaas was Marcel door ziekte uitgevallen; hierdoor werd de groep gereduceerd tot drie personen.
Al snel raapte Jan een mogelijke afslag op. En niet veel later een zekere afslag uit het gebied dat we inmiddels bestempeld hebben tot concentratie. Hiermee was de oogst van de dag binnen.
Na de lunch hebben Henk en Gijsbert hun geluk nog beproefd op Zeijen Zuid-West. Maar het geluk was op. Op een akker verderop was ooi een kern gevonden; met de hulp van GPS was het eenvoudig om de plek terug te vinden. Het feit dat er zeer weinig vuursteen ligt, doet vermoeden dat de kern ooit uit de nabije sloot is opgedregd.
Tot slot zijn we langs het Oostervoortsche diep wezen kijken. Hier was ooit een fragment van een mogelijk grote kling opgeraapt door Henk. We hoopten natuurlijk op een passend fragment: maar niets daarvan. Met lege handen keerden we terug.