Het is inmiddels een kleine traditie dat zoekers uit het noorden van het land eenmaal per jaar de zoekers in Twente bijstaan in hun onderzoek naar de vindplaats te Mander. Het is een prachtige plek, voor een noorderling voelt het bijna als ‘buitenland’. Op de achtergrond een keur aan vogels, en wat minder op de achtergrond maar wel onzichtbaar een koekoek. Zouden de artefacten zich wel laten zien?
Wat betreft het weer hadden we weinig te klagen met een zonovergoten dag. De droogte en de het feit dat de akker deels omgewerkt was voor het inzaaien van de maïs maakte de zichtbaarheid niet heel goed.
Het materiaal in Mander is wat gefragmenteerder dan wat we in Peest gewend zijn. Dat geeft een extra uitdaging in het herkennen van de stukken. Door de afwezigheid van Marcel, onze MP-specialist, hadden we een veel rijkere oogst dan we gehad zouden hebben als hij er wel bij was geweest. Zo meenden we een schaaf gevonden te hebben, maar die werd uiteindelijk toch afgekeurd. Voor niets geposeerd voor de foto!
Toch mochten we niet ontevreden zijn: een aantal afslagen en een kernfragment. Bij een eerdere zoektocht die week was er al een prachtige transversale schaaf opgeraapt.