De storm van een week eerder was gaan liggen en weer opgestaan. Toch gingen we weer het veld in bij Peest. Marcel moest een lezing geven voor Staatsbosbeheer en dat kon mooi gecombineerd worden met een zoektocht. We waren met 9 man sterk, die de stormachtige wind, de hagel en de regen wilden trotseren. Door de vele regen stonden er behoorlijk wat plassen op de akker.
Deze keer stond concentratie A, het vuistbijlvak, en die zijde van de akker op het programma. Er was al geruime tijd geen vondst meer uit die zijde gekomen. Een controlezoektocht was op zijn plaats.
Al vrij snel na ons vertrek raapte Marcel een eerste afslag op. Dat was dan ook de oogst voor de ochtend. Hij moest eerst van het veld af voordat er weer gescoord kon worden. De eerstvolgende treffer kwam van Johan; een enorme afslag van zeer grofkorrelige vuursteen. Hierdoor waren details slecht te zien; desalniettemin is het stuk herkend in ingemeten.
Hierna was het de beurt aan Giel. Hij vond een afslag de extreem scheef was, waardoor twijfel was gerezen of het er wel een was. Was het wel een goede? Of was het een foute?
Als we kijken naar de ‘kern’ / ‘halffabricaat van een vuistbijl’, eerder opgeraapt door Giel, dan zien we precies waar een dergelijke scheve afslag vandaan kan komen.
Het feest was nog niet voorbij: want Johan raapte nog een fragment van een afslag op. En Pierre mocht zich de gelukkige vinder noemen van een mogelijk kernfragment. Troostprijzen waren er ook: namelijk nogal wat mesolithisch materiaal.
Tijdens de zoektocht kregen we bezoek van de vrijwilligers van Staatsbosbeheer.