Zondag 26 november hebben we onze laarzen aangetrokken en hebben we de vindplaats Peest weer eens goed afgelopen met acht mensen. De afgelopen tijd was er veel regen gevallen en de hoop was dat hierdoor de zichtbaarheid beter zou zijn dan de vorige keer. De dag zelf was zeker niet vrij van buien, maar ook de zon liet zich af en toe zien.
Zoals we tegenwoordig altijd doen, liepen we op weg naar concentratie B eerst langs de oostelijke rand van de akker. Al snel raapte ondergetekende een flinke afslag op. Hier lijkt zich een nieuwe concentratie (C) af te tekenen.
De resultaten bij concentratie B bleven aanvankelijk achter bij de verwachtingen. De akker was dan ook erg nat en in de tractorsporen stond wel 30 cm water. Pas na de koffie werd de eerste afslag opgeraapt door Willem.
Daarna werden er nog een aantal afslagen opgeraapt, waarmee het beeld van de vindplaats verder werd bevestigd: een bewerkingsplaats van vuursteen met alleen afslagen en kernen.
Tegen de lunch namen we afscheid van een aantal mensen. Na enige tijd hoorden we geroep van de andere kant van het veld. Iemand heeft kennelijk nog een vondst gedaan op weg naar de auto. Die moest natuurlijk ingemeten worden.
De vinder bleek Bernard te zijn, en wat hij had gevonden was iets heel aparts: een plat vorstsplijtstuk met een serie vlakke negatieven die doen denken aan bewerking zoals we die van vuistbijlen kennen. We hebben de vondst nog niet uitgebreid bestudeerd maar denken dat het een biface partiel is, een deels bewerkte vuistbijl. Het is waarschijnlijk geen halffabrikaat van een vuistbijl. Het is het eerste vuistbijlachtige voorwerp uit deze hoek van de akker.
Na de lunch zijn we naar concentratie A getogen. De vorige keer hadden we er niets gevonden; de verwachtingen waren dus laag. Toch werden er twee zekere afslagen opgeraapt. Een ervan lijkt zelfs een vuistbijlafslag te zijn. Marcel dacht al gelijk aan refitten met een vuistbijl.
Al met al een zeer mooie en succesvolle dag.