Alle berichten van Gijsbert

Meer uit Mander

Mocht u denken dat na ruim 20 jaar zoeken naar Neanderthaler artefacten op een akker deze akker dan wel eens leeg zou raken, dan moet ik u teleurstellen. Nog steeds komen er veel vondsten tevoorschijn.

Deze donderdag zijn we met een groep je van 7 man het veld in getrokken. De akker was recentelijk geploegd, maar er waren al stevige regenbuien overheen gegaan. De zichtbaarheid was goed. Het lage deel van de akker was onlangs ingeplant met pompoenplantjes. De hoge akker waren de maïsplantjes net boven de grond. Het was half bewolkt bij een aangename 20 graden. Ideale condities voor een vruchtbare zoekdag.

Zoeken in Mander.

Kees trapte de vondst-reeks af met een kern, weliswaar een incerto. Snel volgde Dick met een grote afslag en een kern. De vondsten uit de ochtend bleven spaarzaam of werden bij nadere bestudering afgekeurd.

Zoeken tussen de jonge maïs.

Pas in de middag kwam het echte vuurwerk, toen een aantal mensen al waren vertrokken. Op de maïs-akker werden door Johan en Henk een mooie kern en afslag gevonden. Op de pompoen-akker sloot Gijsbert de dag af met maar liefst vier zekere MP-stukken, waaronder een fraaie kling van fijn korrelige vuursteen. Hierbij doken er tot twee maal nieuwe stukken op bij het inmeten. Dit deed het vermoeden rijzen dat bij het ploegen de vondstlaag geraakt is.

Uiteindelijk was de score 9 zekere stukken: veel afslagen, een klingfragment en kernen.

Tot de kern

Het zoekseizoen loopt alweer ten einde. Dus nog een laatste keer het veld op onze akker nabij Peest met een groep van 8 man/vrouw. Er stond een lichte noordelijke poolwind, een garantie voor fraaie wolkenpartijen op de foto’s. De akker was deel omgewerkt na onze laatste zoektocht en dat was te merken aan onze oogst. Regen in de tussenliggende periode zorgde voor een goede zichtbaarheid. Wel waren de lage delen van concentratie B moeilijk begaanbaar door de modder en plassen.

Onze nieuwe zoeker Teunis vertrouwde op zijn beginnersgeluk, ook al was hij geen beginner als zoeker. En warempel, hij was de eerste met een vondst: een kern? Helaas was de zekerheid in het veld niet terecht; nadere bestudering thuis deed enige twijfels rijzen; de steen staat nu te boek als een incerto. Wat determinatie van kernen in het algemeen lastig maakt in concentratie B, is dat ze vaak vorstsplijtvlakken vertonen en daardoor gefragmenteerd zijn.

De afslag van Maarten wordt ingemeten.

Maarten vond vervolgens een afslag. En Karin raapte haar eerste kern op.

Karin raapte haar eerste kern op. Deze was moeilijk te herkennen.

Ook Johan raapte een kern op, met als bijzonderheid dat hier nog keizand aan kleefde. Dit geeft aan dat het stuk recentelijk uit de oorspronkelijke laag is opgeploegd en is mogelijk een indicator waar de site zich onder de grond bevindt; zo komen we tot de kern van de zaak.

Met vijf zekere stukken uit het Midden Paleolithicum. Daarnaast nog twee jongere stukken: een leuk tranchetbijltje (Mesolithicum) en daar vlakbij een kernpreparatiekling of een tranchetafslag (niet passend).

Na een uitgebreide lunch met kruidkoek en taart togen we naar concentratie A. Deze keer hebben we ons beperkt tot het vak en in het verlengde daarvan tot de bosrand. Dat leverde nog twee afslagen op uit het vak (beide gevonden door Maarten).

Als uitsmijter van het zoekjaar raapte Henk een enorme kern op vlak buiten de rand van het vak. De witte patina is wat afwijkend voor de concentratie en lijkt erop te wijzen dat het uit een milieu komt met vegetatie. Bijzonder is dat we uit deze concentratie weinig kernen hebben.

Een grote kern gevonden door Henk net buiten het vuistbijl-vak.

Halverwege concentratie A en de raatakkers van SBB had Henk bij de vorige zoektocht nog een afslag opgeraapt en gemarkeerd; deze is alsnog ingemeten.

Concentratie C heeft alleen twee Mesolithische afslagjes opgeleverd.

Met 8 zekere Midden Paleolithische vondsten was het een mooie afsluiting van het zoekseizoen.

‘Soms heb je wat met een steen’

‘Soms heb je wat met een steen’, aldus Gerrit, woorden niet uit overdaad geboren.

We waren woensdag 27 maart met een groep van zeven man de akker op gegaan. Nevendoel was een gesprek met de provinciale archeoloog en opgravingsbedrijf De Steekproef.

De akker was geëgd en enigszins afgeregend en vooral een stuk minder nat dan de vorige keer. De zichtbaarheid was heel behoorlijk; er was nog weinig groen opgeschoten. Ook een waterig zonnetje in de ochtend droeg bij aan goede zoekomstandigheden. Het waterige zonnetje ging rond het middaguur over in een waterverliezende wolken, maar niet veel meer dan wat gedrup.

Een goed beloopbare akker.

Vanwege de afspraak namen we eerst de A-kant onder handen. We hadden al geruime tijd gelopen toen Gerrit een mooie steen opraapte waar hij wat mee had. Het duurde daarna nog geruime tijd tot Johan de openingsvondst deed: een grote afslag met meerdere negatieven met cortex. Deze lag ruim buiten en ten zuidoosten van het vuistbijlvak.

De opmerkelijke afslag van Johan met cortex en een groot gat in het midden en een sterke kromming aan het distale eind.

Op de rand van het vak raapte Henk een mooie afslag op.

Langs de slootrand zijn we naar concentratie B gelopen, een traject dat niet vaak is gelopen. Het heeft ook nooit iets opgeleverd, m=behalve wat Mesolithisch materiaal, zoals ook deze keer.

Concentratie B lag er een stuk beter bij dan de vorige keer. De grote modderpoelen waren grotendeels opgedroogd. Hier raapten Do, Gerrit Gijsbert en Johan een afslag op. Zodat de eindstand 6 stukken uit het Midden Paleolithicum was. Marcel moest het doen met een paar incerto’s.